Koken en Eten deel 2: Vuurtjes

Over het opwarmen van maaltijden tijdens een trektocht

Al sinds de oudheid warmen mensen hun eten op. Niet alleen zorgt dit voor een gemakkelijkere vertering en een verhoogde voedselveiligheid, maar ook voor een betere smaak. Standaard gebeurde dit op een open vuur gemaakt van hout (of houtskool) of een variant op deze techniek (houtovens, stoofkachels…), maar het principe bleef steeds hetzelfde: Door hout in brand te steken werd warmte geproduceerd waarmee water aan de kook of voedsel opgewarmd kon worden. Tegenwoordig bestaan er allerlei soorten keukentechnieken: braden, grillen, stoven, stomen, bakken, sauteren… Maar voor deze rubriek zullen we ons beperken tot de benodigdheden voor het prepareren van een gemiddelde outdoormaaltijd. Dan gaat het dus over het opwarmen van water voor vriesdroogmaaltijden of het bereiden van pakweg een eenvoudige spaghetti of een stoofpotje.

Door Arne Monstrey

Arne gaf hierover ook een webinar










Deze kan je hier herbekijken

Waar rook is, is vuur!

Het meest eenvoudige vuur is een houtvuur. Hiervoor heb je uiteraard hout nodig. Boven de boomgrens zit je dus al snel met een probleem. Bovendien dient je hout ook droog te zijn. Iemand met een beetje ‘bushcraft’ ervaring zal meestal wel in staat zijn om iets te vinden dat brandbaar is, maar voor de gemiddelde trekker is dit lang niet altijd het geval. Ziehier dus twee grote beperkingen.

Je kookpot kun je best aan een haak boven het vuur hangen, of met behulp van wat stabiele stenen er eerder ‘boven’ dan er ‘in’ zetten. Wil je je pot toch rechtstreeks op het vuur zetten, doe het dan eerder als de vlammen weg zijn en je enkel nog met gloeiende kolen overblijft. Hou er wel rekening mee dat lichtgewicht aluminium of titanium potten kunnen vervormen door de grote hitte. Om te koken op hout gebruik je beter een zwaardere roestvrijstalen (RVS) pot.

Er bestaan ook kleine compacte kookvuurtjes waar je kleine stukjes hout in kunt verbranden. Je warmte wordt hierin heel efficiënt bijgehouden en met weinig hout kun je zo veel warmte creëren. Dit soort vuurtjes wordt vaak gebruikt in bushcraft milieus. Op dit type vuurtjes hoef je niet per se met een zwaardere RVS pot te werken.

Je kunt hier natuurlijk heel ver in gaan. Als je met groepen op stap bent, kan het tof zijn om een groot rooster mee te nemen om daar bijvoorbeeld vers gevangen vis op klaar te maken. De variaties op dit kookthema zijn eindeloos, maar in de praktijk is het voor de hedendaagse trekker helaas niet altijd even praktisch of betrouwbaar.

Esbit, wie kent ze niet?

Esbit blokjes, wie kent ze niet? Iedereen die in de jeugdbeweging heeft gezeten, heeft er op zijn minst van gehoord of ze al eens gezien. De chemische witte blokjes die in brand gestoken kunnen worden om zo warmte te produceren. Vaak worden ze op tocht meegenomen om als aanmaakblokje te dienen, soms zitten ze mee in een survivalpakket, maar meestal komen ze samen met het metalen doosje waar ze in zitten. Dit doosje kan op een handige manier open geplooid worden. Op die manier kunnen de esbitblokjes efficiënt verbrand worden en kan er gemakkelijk een kookpotje bovenop komen. Dit is een hele goedkope en veilige manier van branden en daarmee waarschijnlijk zo populair bij jeugdbewegingen. In de praktijk zijn ze vooral geschikt om zaken op te warmen (denk bijvoorbeeld aan een blik ravioli) of om een klein potje water aan de kook te brengen voor een vriesdroogmaaltijd. Om eten klaar te maken voor meer dan een persoon, stoot je al vlug op bepaalde grenzen. Zelfs 1 liter water aan de kook brengen duurt superlang, als het al lukt… Bij lage temperaturen of een beetje wind zul je merken dat je al gauw heel veel blokjes aan het opbranden bent.

Er bestaat een iets efficiënter systeem met geïntegreegd windscherm en kookoptje dat onder andere zeer populair is bij lopers die tochten als de Marathon des Sables lopen. Ook hier gaat het enkel over het opwarmen van water voor één persoon in niet koude omgevingen. Esbit werkt, maar in zeer beperkte mate. Voor de serieuze trekker die zelfstandig op tocht gaat in avontuurlijke omgevingen schiet het ruimschoots tekort.

Trangia
100 jaar Zweedse traditie


Dit Zweedse merk bestaat sinds 1925 en is dus bijna 100 jaar oud. Dat wil al iets zeggen in de buitensportwereld waar klanten veel eisen durven te stellen aan hun materiaal.

Het principe is simpel en draait eigenlijk vooral rond efficiëntie. Het is niet het meest lichte of compacte systeem, maar wel een zeer betrouwbaar. Je hebt een onderste windscherm, waarbij je de verluchtingsgaten richting de wind zet. Daarna vul je het vloeistofpotje (de Spirit Burner) met brandstof. Heel belangrijk hierbij is dat het een brandstof op basis van alcohol is (zoals bv. spiritus). En dus niet op basis van petroleum (zoals bv. wasbenzine) of olie (zoals bv. lampenolie). Het potje dient voor 2/3e gevuld te zijn. Daarna zet je het bovenste windscherm erop en dan daar bovenop je kookpot of pan. De sterkte van je vlam kun je regelen aan de hand van het afsluitdekseltje (de Simmer Ring).

Odoo tekst en afbeelding blok

Belangrijk: zorg dat het vloeistofpotje voldoende afgekoeld is vooraleer je nieuwe brandstof toevoegt. In principe moet je het met je blote handen kunnen vasthouden.


Trangia vuurtjes zijn dus zeer betrouwbaar en efficiënt, ze zijn relatief licht en ondanks dat ze niet supercompact zijn, redelijk stapelbaar. Ze zijn alleen niet zo geschikt voor grotere groepen of maaltijden aangezien je dan regelmatig zult moeten wachten tot je vloeistofpotje afgekoeld is. Tenzij je er een tweede meeneemt natuurlijk. Daarnaast zul je voor langere tochten vaak veel brandstof moeten meenemen. De flessen worden standaard in 1 liter uitvoeringen verkocht en zijn niet overal op de wereld even gemakkelijk te verkrijgen. Vooral in de Scandinavische landen zijn dit soort vuurtjes zeer populair. Maar dan toch vooral in de zomer. In de winter is het vaak te moeilijk om deze brandstoffen op vol rendement te laten draaien, ook al bestaat er een ‘pre-heater’.

Er bestaan zo'n 60 verschillende sets. Grote potten, kleine potten, met of zonder keteltje, volledig in aluminium of deels met geanodiseerd aluminium, met of zonder anti-aanbaklaag,... Alles kan bovendien apart besteld worden.

En dan komen er ook nog heel wat accessoires bij kijken. Zo bestaat er een Trangia brandstoffles waardoor je zelf kunt kiezen hoeveel brandstof je veilig wilt meenemen op tocht. De Trangia Triangle zorgt voor een zeer minimalistische uitvoering waardoor je met een zeer laag gewicht en volume eten kunt klaarmaken. Zeer geliefd bij Amerikaanse Thru Hikers, die soms iets gelijkaardigs fabriceren met een versneden colablikje. Zoals eerder vermeld bestaat er ook een pre-heater die ervoor zorgt dat je brandstof sneller warm wordt en sneller zal renderen. Dit is al aan te raden bij omgevingstemperaturen onder de vijf graden Celsius.

Buiten de spirit burners (voor spiritus) bestaan er ook nog andere brandstofreservoirs:

Gasbranders
De gemakkelijkste brandstof

Zonder enige twijfel vormen gas en gasbranders de gemakkelijkste en meest rendabele combinatie om mee te koken en eten op te warmen. Je sluit de brander aan op je gascartouche, draait het hendeltje open, houdt er een vlam bij en hup, je vuurtje brandt.

Hier in België kennen we allemaal de blauwe vuurtjes van Campingaz. Velen zijn er tijdens kampeertripjes mee opgegroeid. Het was de volgende stap na de Esbit blokjes. En ze doen hun ding, zonder meer. Alleen bestaan er van andere merken ook veel lichtere, compactere en stevigere vuurtjes. De Campingaz branders worden vooral ingezet op festivalterreinen en campings, maar worden minder gebruikt door de avontuurlijke trekker. Bovendien is de aansluiting van de brander uniek voor Campingaz-gascartouches. In en rond Frankrijk zul je deze blauwe cartouches gemakkelijk vinden, maar letterlijk heel de rest van de wereld gebruikt een ander systeem, zijnde branders met een schroefdraad, en deze is bij alle andere merken hetzelfde. Ook dat is één van de redenen waarom het voor de avontuurlijke trekker minder interessant is om voor een Campingaz vuurtje te kiezen. Het is in het buitenland veel moeilijker om aan de juiste cartouches te geraken.

Het is dus veel interessanter om te kiezen voor vuurtjes met een schroefdraad (zoals Primus, MSR, Optimus, Snow Peak, Eigel Outdoor Equipment, ...). Niet alleen zijn de gascartouches wereldwijd veel couranter te verkrijgen, de vuurtjes van deze merken zijn ook veel performanter. Ze zijn iets duurder in aankoop, maar veel duurzamer. Daarnaast zijn ze veel lichter en compacter. Niets dan voordelen dus.

Veel vuurtjes komen tegenwoordig met een piëzo, een elektrisch ontstekingsmechanisme dat een vonkje afgeeft waardoor je je gasvuur direct kunt aansteken. Desalniettemin blijft het raadzaam om altijd nog een extra ontstekingsbron mee te nemen (aansteker, lucifers…).

Er bestaan ultralichtgewicht vuurtjes, gemaakt voor 1 à 2 personen en grotere vuurtjes met een groter en stabieler draagoppervlak voor grotere potten. Zo bestaan er dus ook vuurtjes die niet bovenop de gascartouche staan, maar ernaast op de grond. Deze vuurtjes zijn veel stabieler wanneer er grotere potten gebruikt worden

En dan bestaan er nog de zogeheten 'Duo' vuurtjes die zowel op de Campingaz cartouches als de schroefdraad cartouches gezet kunnen worden.

Odoo tekst en afbeelding blok

Over gascartouches

Een kort woordje uitleg nog over de gascartouches. We hebben reeds aangekaart dat er ‘Campingaz’ cartouches en schroefcartouches bestaan. Bij Campingaz bestaan er ‘prikkers’ en ‘klikkers’. Een prikcartouche moet je helemaal opgebruiken vooraleer terug los te kunnen koppelen. Dit komt soms nog voor bij lampjes, maar bijna niet meer bij vuurtjes. Een klikker kan altijd weer losgekoppeld worden na het koken om het zo nadien gemakkelijker te kunnen transporteren. Hetzelfde geldt voor de cartouches met schroefdraad. Ook deze kunnen weer losgekoppeld worden zonder dat de cartouches lekken.

Een standaard gascartouche bestaat uit een mengeling van butaan en propaan. Als je je gascartouches ook in koudere omstandigheden wilt gebruiken, dan gebruik je best cartouches waar ook isobutaan inzit. De meeste gascartouches van MSR hebben dit. Zij spreken dan ook standaard van een vierseizoenenmix. Versta hieronder een Belgische winter. Ga je het nog kouder opzoeken, dan heeft Primus bijvoorbeeld specifieke wintergas cartouches. Deze zijn gemaakt voor temperaturen tot rond de -22°C. (optimale prestatie tussen -10°C en -22 °C). Het is niet per se de samenstelling van het gas die hier het grote verschil maakt, maar wel de Vapor Mesh aan de binnenkant van de cartouche. Een volledige uitleg van hoe dit werkt, zou te technisch worden, maar het helpt voor een efficiëntere verbranding bij koudere temperaturen en dat is wat telt.

Het standaard Primus Power Gas werkt het beste bij temperaturen tussen de +25 en- 15°C en het Primus zomergas is gemaakt voor echt warmere klimaten met een ideale temperatuur tussen +15 en +40 °C).

Odoo afbeelding en tekstblok

Snelbranders

Een speciale categorie zijn de Jetboil-achtige vuurtjes oftewel snelbranders. Dit soort vuurtjes zijn de meest snelle, rendabele en efficiënte die er op de markt te vinden zijn. Dit omwille van hun geïntegreerde windschermen en de speciale ringen onderaan de kookpotten die de warmte zo vlug en zo goed mogelijk over een zo groot mogelijk oppervlak verspreiden. Hou er echter rekening mee dat deze vuurtjes gemaakt zijn om zo snel mogelijk water aan de kook te brengen. Ideaal dus voor een snel soepje onderweg of om water te koken voor vriesdroogmaaltijden. Ook om sneeuw te smelten zijn ze ideaal. Om maaltijden klaar te maken zijn deze vuurtjes dan weer niet geschikt. Daarvoor worden ze veel te warm. Zelfs pasta bakt aan als je ze niet constant omroert.


   Foto: Jetboil Stash

Benzinebranders
Duur maar duurzaam

Naast gasbranders heb je ook benzinebranders. Hun officiële naam is fuelburner of liquid fuel burner, maar in de praktijk gebruik je hiervoor benzine (van de pomp) of wasbenzine (hele zuivere benzine zoals bv. Coleman Fuel of Primus Power Fuel).

En dat is ineens ook hun grootste voordeel. Waar je ook ter wereld bent, de kans is altijd groter dat er een tankstation in de buurt is, dan een winkeltje die de voor jou geschikte gascartouches aanbiedt. Zeker als je ergens landt met het vliegtuig. Gascartouches mogen immers niet mee op de vlucht. En eens ter plaatse is het vaak eenvoudiger een tankstation te vinden dan een winkeltje. Voor de wereldreiziger biedt een benzinebrander dus niets dan voordelen. 

Ook vanuit een ecologisch standpunt is het interessanter. Gascartouches zijn immers wegwerpartikelen die gewoon bij het vuilnis belanden terwijl je bij een benzinebrander met een brandstoffles zit die steeds hervuld kan worden.

Bovendien presteren benzinebranders beter in koude omstandigheden en/of op grote hoogte (waar er minder zuurstof in de lucht zit).
Niet alleen voor de wereldreiziger, maar dus ook voor de alpinist op grotere hoogte zijn deze vuurtjes interessanter. Als er dan toch al nadelen zijn, dan is het eerder het pakvolume en het gewicht in verhouding tot een gasbrander, alsook de duurdere prijs. Daartegenover staat de duurzaamheid en de eenvoudigere beschikbaarheid van brandstof.

Odoo tekst en afbeelding blok
Een niet onbelangrijk element is dat gasvuurtjes zeer gebruiksvriendelijk zijn. Hendeltje open, vlam erbij en hupakee, koken maar. Als je dat bij een benzinebrander zou doen, krijg je direct grote steekvlammen en een potentieel zeer gevaarlijke situatie. Benzinebranders vragen iets meer kennis en expertise. Op zich zijn ze perfect veilig, je moet gewoon weten hoe ze te gebruiken.
Odoo afbeelding en tekstblok
Een benzinebrander steek je in twee keer aan. Een eerste keer om je vuurtje voor te verwarmen en een tweede keer om er echt op te kunnen koken. Het principe gaat als volgt: In je brandstoffles zit vloeibare brandstof (bv. wasbenzine). Door middel van een twintigtal keren pompen zet je druk op de fles. Daarna zet je een hendeltje open (soms zijn het er twee) waardoor er wat vloeibare brandstof uit je sproeikop komt gespoten. Afhankelijk van het type brander en de druk in je fles kan dit verschillen, maar gemiddeld gezien zijn zo'n drie seconden genoeg. Daarna draai je de toevoer terug dicht en steek je deze vloeibare vloeistof aan. Nu krijg je grote vlammen. Afhankelijk van de hoeveelheid vloeistof zijn deze tussen de 15 en de 30 cm hoog. Naar brandveiligheid toe moet je je vuurtje zodanig leren kennen dat je deze eerste vlammen echt probeert te beperken tot 15cm. Je laat deze vloeistof uitbranden, maar vlak voordat ze opgebrand is zet je heel zachtjes de toevoer terug open. Als alles goed is zou je nu in plaats van een grote onregelmatige gele vlam, kleine regelmatige blauwe vlammetjes moeten krijgen. Omdat je je vuurtje voorverwarmd hebt, is het nu heet genoeg om er voor te zorgen dat je vloeibare benzine omgezet in een gasvormige fase.

Probeer dit bij een nieuw vuurtje altijd eerst thuis uit in een gecontroleerde omgeving vooraleer je het in de wildernis doet. Vraag in geval van twijfel ook even na of ze het in de winkel kunnen demonstreren.

Benzinebranders worden altijd verkocht met een aluminium windscherm/hittereflector en een soort multitool om heel je toestel uit elkaar te halen, moest er iets vervangen/hersteld moeten worden tijdens een expeditie. Er bestaan ook setjes vol reserveonderdelen die gekocht kunnen worden op voorhand. Tijdens afgelegen tochten in de wildernis, kunnen deze je heel wat miserie besparen.

Belangrijk: er bestaan vuurtjes met en zonder fijnregelaar. Ben je op zoek naar een vuurtje om water mee aan de kook brengen of sneeuw te smelten, dan is dit niet nodig. Wil je er een eitje mee kunnen bakken of een stukje vlees klaarmaken, is dit absoluut wel nodig. Aan jou de keuze.

Multifuel branders
Werkt altijd en overal


Als laatste zijn er de multifuel burners. De allesbranders en eigenlijk de meest interessante vuurtjes op de markt. Er bestaan immers branders waarbij je de keuze hebt. Ofwel sluit je ze aan op een gascartouche (altijd met schroefdraad) en dan zijn ze supergemakkelijk in gebruik. Hier werken ze zoals een klassieke gasbrander. Kraantje open, vlam erbij en hup, je vuurtje werkt direct naar behoren.

Maar dit type vuurtjes werkt ook op benzine of aanverwanten (wasbenzine, …) zoals diesel of kerosine. Ook hier weer geldt dat deze laatste brandstofsoorten enkel verkozen dienen te worden als er geen andere opties zijn. Voor elk van deze drie types brandstof (gas, benzine, diesel) bestaat er dan een verschillende sproeikop met een verschillende diameter van sproeikopopening. Dit omwille van een verschil in viscositeit tussen de verschillende brandstofsoorten. De juiste sproeikop zal telkens voor een juistere, betere verbranding zorgen.

Odoo tekst en afbeelding blok
Een multifuel brander combineert dus alle voordelen van gas- én benzinebranders en is daardoor te verkiezen voor de avontuurlijke reiziger die voor zijn avonturen op zoek gaat naar afgelegen gebieden op de wereldkaart. Voor snellere, kortere avonturendichter bij huis zal een licht en compact gasvuurtje waarschijnlijk praktischer zijn. maar de meeste 'die hard avonturiers' zullen er in de loop der jaren waarschijnlijk van elk eentje op de kop tikken.
 
 

Webinar Koken & Eten
 
Bekijk je liever de video? In deze webinar vertelt onze medewerker Arne Monstrey alles over outdoor maaltijden, potten & pannen en de verschillende types vuurtjes en hoe ze te gebruiken .


Product Slider Content

In onze blogs over voeding en het zuiveren van water kom je meer te weten over verschillende merken en types van buitensportvoeding en het filteren van water voor bij je maaltijd. In het derde en laatste deel van de drieluik over koken en eten bespreken we verschillende types potten & pannen.

 

 

 

Blog Slider

Koken en Eten deel 2: Vuurtjes
Arne Monstrey 15 februari 2022
Deel deze post
CATEGORIeën
Archiveren