Bivakzakken kunnen we onderverdelen in twee soorten: de noodbivakzakken en de échte bivakzakken.

Die eerste categorie, dat zijn bivakzakken die je meeneemt in je klim- of wandelrugzak en die eigenlijk alleen dienst zouden mogen doen in een noodgeval. Bijvoorbeeld als je niet op tijd de hut gevonden hebt en overvallen bent door de nacht. Ze zijn weliswaar wind- en waterdicht, maar helemaal niet zo sterk. De meeste zul je slechts één keer gebruiken. Bovendien is het ademend vermogen onbestaande en zal er zeel veel condens optreden aan de binnenkant van dit materiaal.

Bij een échte bivakzak gaan wij er van uit dat je bij je vertrek thuis reeds het plan hebt opgevat om er één of meerdere nachten in te slapen. Ze zijn dus nog steeds 100% water- en winddicht, maar wegen al iets meer en zijn iets volumineuzer. Dit gezegd zijnde, zijn ze nog steeds véél lichter dan een tent. Helaas zal ook in de beste bivakzakken nog steeds iets van condens optreden. Daarmee zijn ze eigenlijk enkel geschikt voor een weekendje weg. Bij langere tochten is toch nog steeds het gebruik van een tent aangeraden.