Ook in de winter kan je er op uit trekken. Je zal de natuur rondom je zelfs herontdekken. Bomen en struiken hebben minder bladeren, dus veel kleine vogels zijn nu beter zichtbaar. En in de modder of sneeuw staan plots overal pootafdrukjes. Niets dat je tegen houdt dus, maar hoe kleed je je nu het beste voor de winter?
Het drielagensysteem is ontwikkeld voor en door buitensporters. Het stelt je in staat om warm en droog te blijven, ongeacht de weersomstandigheden.
De bedoeling is dat je je altijd en overal kunt kleden op een comfortabele manier.
Kort samengevat doen deze drie lagen het volgende: De eerste laag bestaat uit thermische onderkledij die je warm en droog houdt door je zweet zo snel mogelijk af te voeren. De tweede laag is een isolatielaag die als doel heeft om je aangenaam warm te houden en de derde laag is de beschermingslaag tegen weer en wind. Ze is waterdicht, winddicht en tegelijkertijd ademend.
De eerste laag: thermische onderkledij
Heel belangrijk als je in de winter buiten wil gaan stappen is je eerste laag: het thermisch ondergoed. Deze laag zorgt ervoor dat je zweet snel afgevoerd wordt van je lichaam weg en naar de buitenste lagen toe. Absoluut uit den boze in deze eerste laag is katoen. Katoen is een vezel die heel graag en heel lang vocht wil vasthouden. En dat is iets wat je ten allen tijde wil vermijden. Een beter alternatief is onderkledij uit merinowol, polyester of een combinatie van beide. Merinowol heeft het voordeel dat het geen geuren vasthoudt. Je kan het dus meerdere dagen aanhouden zonder je smerig te voelen. Dit in tegenstelling tot synthetische vezels die veel sneller beginnen te stinken. Het nadeel van merinowol is dat het (ondanks zijn stevige prijs) niet heel slijtvast is. Daarom wordt er steeds meer onderkledij aangeboden met een mengeling van synthetische stoffen en merinowol, om zo het beste van twee werelden te combineren. Het hoofddoel van de eerste laag is dus om je droog te houden tijdens en vlak na fysieke inspanningen door je zweet zo snel mogelijk af te voeren. De eerste laag is misschien wel de belangrijkste schakel in je hele drielagensyteem om ervoor te zorgen dat je warm blijft.
Afhankelijk van het seizoen ga je voor een T-shirt met lange of korte mouwen. Onderaan heb je de keuze uit slips, boxers of een legging. De pasvorm is best nauw aansluitend als je op zoek bent naar extra warmte.
Thermisch ondergoed
Net zoals bij liner kousen of liner handschoenen is het ook voor de rest van je lichaam belangrijk dat je een eerste laag draagt die je warm en droog houdt: het thermisch ondergoed.
Het interessantste zijn de varianten die grotendeels of helemaal bestaan uit merinowol. Een vezel uit merinowol is zo'n vijf keer dunner dan de wol van bij ons. Hierdoor voelt het veel zachter aan en gaat het niet snel prikken. Zelfs mensen die niet zo goed klassieke wol verdragen, vinden kledij uit merinowol vaak geen enkel probleem. Als het na enkele minuten passen in de winkel nog steeds niet begint te kriebelen is dit iets voor jou!
Absoluut uit den boze voor je eerste laag is katoen. Katoen is immers een vezel die heel graag en heel lang vocht vast houdt. Dat wil je ten allen tijde vermijden. Thermisch ondergoed kan ook volledig uit synthetische vezels bestaan. Dit is vaak lichter, compacter, sterker en goedkoper, maar begint ook sneller te stinken. Het droogt wel supersnel. In de winter kan dit helaas ook een nadeel zijn. Katoen is slecht omdat het te lang nat en koud blijft, maar synthetische vezels drogen dan weer zo snel, dat ze op heel korte tijd heel veel lichaamswarmte afnemen om je T-shirt te drogen. Wollen shirts (en dan vooral die uit merinowol) drogen nog steeds veel sneller dan katoen, maar minder snel dan synthetische. Zo zorgen ze voor een veel geleidelijkere temperatuurovergang bij het drogen. Bovendien houden ze geen geuren vast. Wordt merinowol toch nat, dan blijft het zeer goed isoleren. De enige nadelen zijn de hoge prijs en het feit dat het niet heel slijtvast is. Daarom bestaan er tegenwoordig veel varianten met de combinatie polyester-merinowol. Om zo het beste uit beide werelden te combineren.
Laat je tenslotte door de naam 'thermisch ondergoed' niet afschrikken. Ze bestaan in allerlei varianten en kleuren. Sommige bovenstukken zien er zelfs gewoon uit als een T-shirt met een leuke print op. Als actieve wandelaar heb je dus helemaal geen excuus meer om geen setje aan te schaffen.
Onderhoud van thermisch ondergoed
Het grote voordeel van thermisch ondergoed is dat het geen specifiek onderhoud vereist. Het mag gewoon mee met je andere kleren de was in. Ja, zelfs je T-shirts uit merinowol. Hou er gewoon rekening mee dat je ze niet warmer wast dan 40°C, dat je best een vloeibaar wasmiddel gebruikt en dat je nooit wasverzachter toevoegt. Veel kledingstukken mogen ook in de droger, hoewel dit voor T-shirts met merinowol minder aan te raden valt. Strijken hoeft al helemaal niet. Lekker handig, zo'n buitensportkledij. Lees voor de zekerheid steeds de labels in je kledij na!
De tweede laag: isolerende kledij
De tweede laag is je isolerende laag. Ze houdt je warm door je eigen lichaamswarmte vast te houden. Meestal gebruikt men hier fleece voor. Heel belangrijk is dat ook deze laag het vocht van de eerste laag kan doorgeven aan de derde laag en zo naar buiten toe. Daarom dat ook hier weer een katoenen trui uit den boze is. Een wollen variant kan eventueel wel, maar het nadeel is dat deze vaak nogal zwaar en volumineus is. En dat is lastig als je ze moet meedragen in je rugzak. Fleece heeft als grote voordeel dat het zeer licht en compact is. Tegelijkertijd biedt het enorm veel isolatiewaarde voor zijn lage gewicht, zelfs als het vochtig is. Het hoofddoel van deze tweede laag is dus om je warm te houden.
Er bestaan verschillende pasvormen. Algemeen geldt de regel: hoe strakker op het lichaam, hoe warmer het kledingstuk. Veel actieve buitensporters gaan daarom kiezen voor een Powerstrecth Fleece als tweede laag. Hier is elastaan aan toegevoegd, waardoor de fleece veel meer stretcht en je dus beweeglijker wordt. Bovendien is de buitenkant van de fleece glad, waardoor je gemakkelijker in je jas schuift en je geen visueel hinderlijke 'opwolling' meer krijgt aan de buitenkant. In de zomer kan je kiezen voor een dunne en dus minder warme uitvoering. In de winter ga je uiteraard best voor een iets dikker en dus ook beter isolerend model.
Fleece
Fleece is een schitterende stof die voor een laag gewicht en een laag pakvolume een zeer hoge isolatiewaarde heeft. Vanaf het begin van het drielagensysteem, was dit hét kledingstuk bij uitstek dat de tweede laag typeerde.
Fleece bestaat volledig uit polyester. Dit maakt het relatief goedkoop, maar ook zeer slijtvast én vormvast. Je hebt het voor jaren en het draagt heel gemakkelijk. Tegenwoordig bestaat fleece meestal voor een groot deel uit gerecycleerd polyester (gemaakt van PET-flessen). Verwacht wordt dat dit percentage in de komende jaren alleen maar zal stijgen.
Een ander voordeel van fleece is dat het bijna geen vocht opneemt en zeer snel droogt. Wordt het toch nat, dan blijft het zeer goed isoleren. De stof is uitermate ademend, maar is daardoor ook absoluut niet winddicht. Hou daar dus rekening mee als je het als buitenste laag draagt. Bij een beetje wind wordt al je vastgehouden lichaamswarmte zo weggeblazen.
Fleece bestaat in verschillende soorten.
• Ga er in principe van uit dat een dikkere fleece meestal warmer is dan een dunnere fleece.
• Een fleece die strakker aanzit (zoals bijvoorbeeld een stretch model) zal steeds warmer zijn.
• Modellen met 'lange haren' (meestal pile-fleece genoemd) zijn ook warmer. Die langere fleecevezels zijn immers in staat om meer warme lucht vast te houden.
• Een fleece waarbij aan de binnenkant een duidelijke wafelstructuur te zien is (zichtbaar als kleine vierkantjes), is bedoeld voor mensen die denken er veel in te zweten, maar die niet altijd de mogelijkheid hebben om snel van kledij te veranderen (een alpinist bijvoorbeeld). Het teveel aan zweet zal dan opgevangen worden in de de kanaaltjes tussen de vierkantjes. Op die manier hebben enkel de hogere en dus droge vierkantjes contact met de onderliggende laag of de huid.
• Verder is een model met een kap warmer dan een model zonder kap.
Het is altijd interessant om een fleece te kiezen met op zijn minst een korte en liefst een lange rits. Op die manier kan je gemakkelijker je eigen lichaamstemperatuur regelen. Sommige modellen hebben iets langere mouwen met een kleine opening waardoor je je duim nog kunt steken. Aangezien deze modellen strakker rond de pols zitten en al een deel van je hand bedekken, zullen ook deze iets warmer zijn.
Onderhoud van fleece
Ook deze laag is zeer gemakkelijk te onderhouden. Zoals voor bijna alle outdoorkledij geldt ook hier: wassen op maximum 40°C, liefst met een vloeibaar wasmiddel en nooit wasverzachter gebruiken. In de droger steken is niet nodig, omdat ze na het zwieren in je wasmachine al bijna droog zijn. Strijken is uit den boze en ook helemaal niet nodig. Fleece is immers van nature kreukvrij. Lees ook hier steeds de specifieke wasvoorschriften na die je vindt op het label in je kledij.
Donsjassen en isolatiejassen met synthetische vulling
Bij de tweede laag kan je naast fleece ook kiezen voor een donsjas of een isolatiejas met synthetische vulling. Kort samengevat mag je ervan uitgaan dat een synthetische jas het meest geschikt is als je ze wilt dragen tijdens actieve fases en een donsjas tijdens stilstaande fases. Je kunt een jas even warm krijgen met beide soort vullingen, maar dons zal voor hetzelfde warmtebereik altijd lichter en compacter zijn. Helaas is het ook altijd duurder en mag het niet nat worden, want dan verliest het zo goed als alle isolerende waarde. Dit kan gebeuren door regen of door excessief zweten, zeker als je ook een rugzak aanhebt. Synthetische vullingen zullen zelfs nat nog steeds veel van hun isolatiewaarde behouden.
Lees ook ons artikel "Hoe kies je een donsjas?"
De derde laag: beschermende laag
De derde laag is je beschermende laag. We spreken hier over hardshells. Het is de laatste schakel die je beschermt tegen de elementen. Het is deze laag die je afschermt van de regen, de sneeuw en de wind. Uiteraard moet ze ook zweetdoorlatend zijn en dat is geen sinecure. Ook al zijn hardshells tegelijkertijd waterdicht én ademend, voor mensen die veel zweten of tijdens zware fysieke inspanningen in slecht weer, zullen ze altijd hun beperkingen blijven hebben. Daarom zijn jassen (en in mindere mate ook broeken) met ventilatieritsen een echte aanrader. Ook al kun je in mindere omstandigheden dus langzaam nat worden door condensatie aan de binnenkant van je jas, toch is dit nog steeds te verkiezen boven volledig doorweekt geraken zonder regenjas. Het hoofddoel van deze laag is dat ze je warm houdt door je te beschermen tegen de koude wind en dat ze je droog houdt door je te beschermen tegen regen of sneeuw. Tegelijkertijd moet ze je zweet doorlaten.
Het is de duurste laag in je hele systeem, maar het loont wel de moeite om hier in te investeren. Een stevige waterdichte rits, een goed aanpasbare kap, ventilatieritsen onder de armen, het zijn allemaal maar details, maar ze doen de prijs vlug stijgen. Ben je van plan om er ook in slecht weer op uit te trekken, dan lonen ze allemaal echt de moeite.
Hardshells
Hardshell is de Engelse benaming voor wat wij regenjassen noemen. Je mag er van uitgaan dat een waterdichte jas ook 100% winddicht is. Je kan deze dus perfect gebruiken als bescherming tegen harde en koude wind. Alleen zal het ademend vermogen lager liggen dan bij bijvoorbeeld een softshell. Het dragen van een windstopper of een softshell onder een hardshell heeft dus geen enkele zin.
De waterdichtheid van een jas wordt meestal weergegeven met de waterkolom (en uitgedrukt in mmH2O). Een waterkolom van 2.000 à 3.000 mmH2O stelt helaas niets voor. In tegenstelling tot wat sommige goedkopere merken je willen doen geloven, is deze waarde echt veel te laag om een fikse regenbui aan te kunnen. Ook 5.000 mmH2O is nog steeds niet goed genoeg voor een hevige regenbui. Vind je deze getallen terug op een jas of vind je helemaal geen waarde voor de jas van jouw interesse, spaar dan je geld en durf te investeren in een jas met een hogere waterkolom. Pas vanaf 10.000 mmH2O kun je spreken van een degelijke regenjas. En eigenlijk is 15.000 mmH20 nog beter. De reden waarom deze getallen best zo hoog mogelijk zijn, is dat je bijvoorbeeld een pak extra druk zet op je ellebogen en schouders als je je armen plooit. Maar ook omdat een rugzak voor veel extra druk zorgt op je schouders, rug en heupen. Deze extra druk zorg ervoor dat water als het ware doorheen je jas zou kunnen geperst worden. De echte toppers hebben een waterkolom van 20.000 mmH2O, 24.000 mmH2O of zelfs nog hoger. Zoek je een jas om elke dag je hond uit te laten, dan kun je gerust voor een jas met een waterkolom van 10.000 mmH2O gaan. Wil je echter een jas die je altijd en overal beschermt, ook als je twee weken met een zware rugzak door een regenachtig klimaat wilt gaan trekken, dan kies je beter voor een jas met een waterkolom van 20.000 mm of hoger.
Het uitdrukken van het ademend vermogen van je jas is helaas iets moeilijker. Daar waar bijna alle merken wereldwijd dezelfde standaard gebruiken om waterdichtheid uit te drukken, zijn er verschillende tests om het ademend vermogen weer te geven. Bij de R.E.T schaal bijvoorbeeld (Resistance Evaporative Transfert) is het de bedoeling om een zo laag mogelijk getal te krijgen. Alles onder de 6 is uitermate ademend, maar dikwijls is je jas dan ook niet meer zo slijtvast. Alles onder de 12 wordt nog steeds als zeer goed beschouwd voor de gemiddelde buitensporter. Hou er wel rekening mee dat transpireren iets heel persoonlijks is en dat sommige mensen hier meer last van hebben dan andere. Nog een veel gebruikte meetmethode is de M.V.T.R schaal (Moisture Vapour Transmission Resistance). Hier is het net de bedoeling om een zo hoog mogelijke waarde te verkrijgen. Alles boven de 20.000 is zeer goed ademend. Alles boven de 15.000 wordt als goed genoeg beschouwd. Ondanks al deze technische waarden is het aan te raden om een jas met ventilatieritsen te kiezen (de zogeheten pitzips). De extra verluchting onder je oksels is echt zijn geld waard.
Sokken, handschoenen en mutsen
Het drielagensysteem is toepasbaar over heel je lichaam. Naast je boven-en onderlaag zijn tijdens de winter ook je handen, voeten en hoofd belangrijk om warm te houden. Tijdens koude winterdagen verliezen we hier het snelst onze warmte. Bij extreme koude probeert je lichaam haar temperatuur op peil te houden door haar kern zo lang mogelijk warm te houden. Alle organen moeten beschermd worden tegen de kou. Hierdoor wordt het minste aandacht besteed aan de lichaamsdelen die het verst van je hart staan (de bron van je bloedsomloop). Je krijgt het dus eerst koud aan je tenen en je voeten, je vingers en je handen, maar ook aan je oren, je neus en je wangen. Cruciaal voor een fijne winterse wandeltocht is dus dat je deze warm houdt!
Al deze kledingstukken zijn ook handig om je temperatuur mee te reguleren. Heb je het op een winterdag plots toch te warm, dan hoef je niet direct je jas uit te doen. Soms helpt het al om even je muts af te zetten, of je handschoenen uit te doen. Net zoals je een jas minder warm maakt door de rits open te zetten, kun je ook hier je hele kledingsysteem aanpassen door meer ventilatie mogelijk te maken via je polsen, je hoofd en je hals.
Wandelsokken
Voor je voeten betekent dit warme en droge kousen in combinatie met waterdichte wandelschoenen. Voor de meeste mensen volstaat één paar warme wandelkousen. Voor koukleumen of mensen die écht koude omgevingstemperaturen verwachten, is het aan te raden een paar dunne linerkousjes te dragen. Deze heel dunne kousen draag je onder je dikkere warme wandelkousen. Zelfs in de kou kun je zweten aan je voeten. Deze liners zorgen ervoor dat dit zweet zo vlug mogelijk doorgegeven wordt naar je dikkere kousen en zo verder naar de buitenkant van je schoenen toe. Het is een eerste laag die ervoor zorgt dat je voeten altijd droog en warm blijven. Hou er wel rekening mee dat je schoenen niet beginnen knellen als je twee paar kousen over elkaar draagt. Hierdoor komt je bloedsomloop in het gedrang, waardoor je het zelfs nog kouder zou kunnen krijgen.
Wollen kousen blijven de warmste, zelfs als ze nat geworden zijn, maar zijn helaas niet zo slijtvast. Daarom dat kousen vaak verkocht worden in een combinatie van synthetische stoffen en wol. Er bestaan ook speciale winterschoenen met een voering. Uiteraard zijn deze veel warmer, maar in de rest van het jaar ben je er weinig mee. Ben je echter van plan om veel te gaan stappen in de winter dan is de aanschaf van een paar winterschoenen zeker het overwegen waard.
Handschoenen en wanten
Voor je handen kun je eigenlijk hetzelfde systeem toepassen. In de winter is het aan te raden om eerst een paar dunne isolerende liner handschoentjes te dragen en die te combineren met een dikker, warmer en eventueel waterdicht paar handschoenen of wanten. Als je dan eens je dikke handschoenen moet uitdoen, om een foto te trekken of je veters te knopen bijvoorbeeld, dan komt de blote huid van je handen nooit in direct contact met de koude buitenlucht.
Verder zijn wanten warmer dan handschoenen en zijn waterdichte handschoenen (of wanten) in ons klimaat toch nog steeds te verkiezen boven niet waterdichte. Sommige mensen hebben echter altijd last van koude handen of voeten. Bedenk dan het volgende. Als je in een winkel een rij handschoenen ziet hangen van dun naar dik, dan zijn die op dat moment allemaal even warm. Ze worden pas warmer op het moment dat je ze aandoet. Isolatie is immers het vasthouden van (warme) lucht. Het is jouw lichaamswarmte die je handschoen opwarmt. Heb je dus sowieso last van een slechte bloeddoorstroming, dan kan het zijn dat je niet genoeg warmte kunt uitstralen om zelf de warmste wanten warm te krijgen. In dat geval is het goed om je uitrusting een handje te helpen. Leg je handschoenen, wanten, kousen... op de radiator en doe ze pas aan vlak voor je vertrekt. Stamp met je voeten, draai met je armen. Zorg dat je het warme bloed zelf terug richting de uiteinden van je lichaam stuwt. Spring even op en neer, loop enkele tientallen meters en wrijf met je handen over je lichaam. In je schoenen en handschoenen kun je ook kleine zakjes steken die gedurende enkele uren warmte uitstralen. Vaak zijn deze helaas slechts eenmalig bruikbaar. De herbruikbare versies zijn dikwijls wat groter. Die steek je dan best in je jaszak, waarna je er dan je handen bij kunt steken.
Mutsen
Om je hoofd warm te houden, gebruik je uiteraard een muts. Eventueel aangevuld met de kap van je trui en/of jas. Een goede wintermuts bedekt ook je oorlellen. Dit is iets wat veel mensen over het hoofd zien bij het aanschaffen van een nieuw hoofddeksel. In extreem koude omstandigheden kun je een bivakmuts dragen. De lichtere versies houden je gezicht nog vrij. De echte expeditiemodellen beschermen ineens ook je wangen en het puntje van je neus. Enkel voor je ogen en je mond zijn dan nog openingen voorzien.
Vergeet ook zeker geen sjaal. Niet als mode attribuut, maar als een accessoire dat er voor zorgt dat die koude wind zich geen weg baant in je kledij. Het zorgt er ook voor dat je de reeds opgewarmde lucht bij je houdt en dat deze niet kan ontsnappen langs je hals.
Tot slot
Hou er rekening mee dat het drielagensysteem een fantastisch systeem is dat zeer goed werkt, maar dan enkel als je het in elke laag toepast. De best ademende regenjas in combinatie met een goede fleece, gaat niet goed ademen als je eerste laag een katoenen shirt is dat alle vocht vasthoudt. Net zo min zullen je fantastische merinowollen shirt en je donsjas je warm houden als je regenjas niet waterdicht is. Vergeet tenslotte ook je inwendige motor niet. Neem enkele calorierijke snacks en een thermos thee mee...
Veel winterplezier!
Koude dagen, warme outfits: